We onderwijzen discriminatie in Nederland

In Nederland hebben we het goed voor elkaar. We genieten van vrijheid van meningsuiting en geloof, en iedere Nederlander die hier geboren wordt, heeft na vier jaar de keuze uit diverse basisscholen. Opvallend genoeg wordt er in deze keuze vaak alleen gediscrimineerd op basis van geloof.

Wat we niet hebben, zijn scholen die mensen met gelijke interesses samenbrengen. In plaats daarvan richten we onze basisscholen in op geloofsovertuiging of specifieke leermethoden. Daarmee brengen we onze kinderen niet groot als Nederlander, maar als katholiek, protestant, moslim of atheïst. Dat moet anders.

In Nederland zijn kinderen verplicht om minimaal 3500 uur per jaar naar school te gaan, oplopend tot 3750 uur. Stel jezelf eens de vraag: hoeveel van die uren worden in sommige scholen aan godsdienst besteed? Mijn antwoord: stop daarmee. Schaf geloof gebonden onderwijs zo snel mogelijk af, inclusief het onderwijzen van religie op basisscholen. Laat geloofsgemeenschappen dat zelf regelen, buiten de school om.

Iedereen gelijk

Breng kinderen samen. Leer hen dezelfde geschiedenis, leer hen over de verschillen tussen geloven, en benadruk dat het prachtig is dat iedereen zijn eigen keuzes mag maken. Want zodra ze de school verlaten en in de echte wereld terechtkomen, zullen ze samenwerken in bedrijven waar discriminatie op basis van geloof niet is toegestaan. Hoe waardevol zou het zijn als kinderen tijdens hun opleiding al leren omgaan met mensen die anders denken?

Feiten

Zelf ben ik katholiek opgevoed. Ik heb de Bijbel gelezen, was misdienaar en bracht enkele jaren door op een katholiek internaat. Maar vanaf mijn achttiende heb ik het geloof losgelaten. Als Jezus ooit bestaan heeft, zie ik hem meer als een soort Hans Klok: water in wijn veranderen, over water lopen, opstaan uit de dood—laten we eerlijk zijn, dat klinkt niet bepaald geloofwaardig. Verhalen zoals Adam en Eva, het splijten van de Rode Zee, de zwangerschap van Maria en de schepping van de aarde kan ik niet serieus nemen. Ik geloof er niet meer in.

Terugkijkend zie ik de uren die ik aan religie heb besteed tijdens mijn opvoeding als verloren tijd. Tijd die door de staat en de kerk werd opgelegd. Die tijd had ik nuttiger kunnen besteden. Ik had meer kunnen leren, en misschien zelfs een beter mens kunnen zijn zonder dat geloof.

Geloof in vrijheid is beter dan vrijheid in geloof

Laten we kinderen van die 3500 verplichte schooluren er 500 teruggeven. Laat hen die tijd vrij besteden aan het geloof waarin ze opgroeien, maar buiten de school. Voor wie niet gelooft, betekent dit simpelweg extra vrije tijd. En voor wie meer wil leren over wetenschap en menselijkheid in plaats van één almachtige, kunnen we aanvullende lessen aanbieden. Geloof is een keuze, geen verplichting.

Maar verder gaan we allemaal naar dezelfde school. Daar leren we vanaf onze kindertijd met elkaar omgaan, ongeacht achtergrond of overtuiging. Want kinderen iets aanleren is nu eenmaal veel gemakkelijker dan volwassenen iets afleren.