De Nul Houden
Het is 2022. En PSV is aan het nieuwe seizoen begonnen. En nu, op 1 Oktober, hervat de competitie met PSV als koploper.
Nu is het niet zo verrassend dat PSV bovenaan staat als je het speelschema bekijkt, maar dat het vanzelfsprekend is, is ook lichtelijk overdreven.
Maar één ding is mij wel opgevallen de afgelopen periode; het gezeur over de nul houden.
Zelfs Ruud van Nistelrooij voelde de noodzaak om iets te zeggen over “de nul houden”.
Van Nistelrooij: “Alleen die ene goal niet lekker, weer niet de nul”
Aan het aantal goals voor denkt men te zien hoe goed de aanval is, en aan het aantal goals tegen ziet men de verdediging.
Maar PSV heeft de afgelopen tijd zelden de nul gehouden waardoor de supporters en schrijvende pers de schuld van de uitschakeling in de champions league en het aantal tegengoals volledig bij de verdediging heeft neergelegd.
De verdediging voldoet niet op dit niveau. Maar het ligt een beetje genuanceerder.
Want ik heb me altijd afgevraagd waar het vandaan komt.
Die ene goal…
5-1 , 7-1, 9-1.
Die ere treffer…
Hoe is het mogelijk dat een team dat volledig van de mat wordt getikt toch die ene treffer weet te maken. Of, hoe is het mogelijk dat een team dat de tegenstander geheel onder de voet loopt toch die ene goal tegen krijgt.
Is het die laatste uiterste inspanning om die ere treffer te maken, of komt het door het verslappen van de verdediging bij een ruime voorsprong?
Na analyse van vele wedstrijden waar de uitslag boven de 4-1 uitkwam vind ik drie aanwijsbare redenen waarom die eretreffer er nog komt.
1. Het verslappen van de concentratie van de verdedigers bij een ruime voorsprong.
De rugdekking en het teruglopen wordt steeds minder. Bij aanvallende clubs zie je de verdedigers op het eind mee opkomen om ook te proberen nog een goaltje mee te pikken.
Dit is een logisch gevolg van menselijk denken. Ook de verdedigers willen hun centje bijdragen aan de ruime overwinning, en zich laten zien. Niks mis mee. Publiek krijgt nog meer aanvallend voetbal te zien, maar het gevaar van die ene tegengoal neemt natuurlijk toe.
2. Het is meestal niet alleen het verslappen van de verdedigers, het is ook het verslappen van het mee verdedigen van de middenvelders en aanvallers.
Dat mag ook, zij hebben de wedstrijd gemaakt en kunnen het rustig aan doen, frivool proberen meer te scoren.
3. Wisselbeleid.
De trainer gaat in vele gevallen over op het wisselen van spelers bij een ruime voorsprong. Zo worden vaste patronen vaak verstoord door deze wissels. Ook de mindere goden op de reservebank krijgen juist de kans even mee te lopen bij de grote jongens.
Leuk en nodig voor de ervaring van de opkomende jeugd, risicoloos, en goed voor het team moraal. We doen het met z’n alle.
Die ene tegengoal is voor het team helemaal geen punt. Alleen voor de supporters en de schrijvende pers blijkbaar.
Maar dit onderzoek legt ook die andere goal bloot.
Wat nou als je niet tot scoren kan komen tegen een mindere ploeg…
Hoe langer die eerste goal duurt, hoe meer kans op die enen tegentreffer.
Het middenveld en de aanvallers beuken de hele wedstrijd op de verdediging van de tegenstander. Je bent de betere ploeg maar je komt niet tot scoren.
Dan gebeurt hetzelfde als bij een ruime voorsprong.
1. De concentratie bij de verdediging neemt af, en de focus gaat op het versneld aanspelen van de aanval.
2. Het middenveld en de aanvallers verdedigen steeds minder mee terug om de nodige goal alsnog te maken.
3. De trainer wisselt om iets te forceren, wat vaak hetzelfde resultaat heeft als het wisselen bij een ruime voorspong, met het verschil dat de tegengoal nu niet geïncasseerd kan worden.
Bij het niet mee verdedigen van de middenvelders en aanvallers komt die andere bekende goal om de hoek kijken: “en dan valt hij aan de andere kant”.
Dit alles brengt mij tot de conclusie dat zolang het team als een team speelt die ene goal niet zal vallen.
Maar de opgelegde druk van het moeten scoren of uit het team stappen voor persoonlijk gewin en fame is meestal de rede tot die tegengoal of eretreffer.
Niet alleen de verdediging.